Hendrik Andriessen (1892-1981) componeerde de Ballade voor hobo en piano in 1952. Een ‘ballade’ wordt vaak omschreven als een episch-lyrisch lied, niet zelden met een tragische afloop. Bij een puur instrumentale ballade suggereert de muziek een inhoud die we niet kennen. Andriessen kiest in zijn ‘verhaal’ voor lange melodische lijnen in de hobo, in de pianopartij gaat het er tintelend aan toe, nu en dan is het grillig, dramatische gevoelsontladingen klinken, het slot is inderdaad somber. Andriessen droeg zijn werk op aan Jaap Stotijn (1891-1970), solo-hoboïst van het Residentie Orkest en docent aan het Conservatorium van Den Haag, die tevens naam maakte als kamermuziekspeler.
Lourens Stuifbergen